verlengen

werkw.

Uitspraak:	[vərˈlɛŋə(n)]
Afbreekpatroon:	ver·len·gen
Vervoegingen:	verlengde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft verlengd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) langer maken

Voorbeeld:

`een rok verlengen`

2) langer laten duren

Voorbeeld:

`je paspoort verlengen`

doortrekken   duur verlengen   prolongeren   rekken   uitleggen   uitrekken   uitstellen   verdagen   

• • [ov] langer maken. • [ov] langer laten duren.
• langer maken vb: we gaan dit tuinpad twee meter verlengen
• 1) Continueren 2) Rekken 3) Langer maken 4) Langer laten duren 5) Langer doen duren 6) Prorogeren 7) Prolongeren 8) Uitstellen 9) Verdagen 10) Doortrekken 11) Uitleggen 12) Vernieuwen 13) Uitrekken
• een bestaand schip langer maken. Dit gebeurde meestal door, net achter het midden, een stuk van 6 tot 10 meter tussen te voegen. Ook wel oplengen genoemd. [Afbeelding een opgelengde tjalk ] Heden ten dage blijkt de term 'verlengen' het meest gebruikt te worden, mijn oudere informanten (rustende schippers, mee...
• langer maken

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van verlengen?

De verleden tijd van verlengen is 'verlengde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft verlengd'.

Wat betekent verlengen?

'langer maken' en 'langer laten duren'

Hoe spel je verlengen?

verlengen spel je V E R L E N G E N

Wat is een ander woord voor verlengen?

Andere woorden voor verlengen zijn doortrekken, duur verlengen, prolongeren, rekken, uitleggen, uitrekken, uitstellen en verdagen.

Zoek verlengen op Woordenlijst.org
Zoek verlengen op Google
Zoek verlengen op Wikipedia