de verhuurder

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[vər'hyrdər]
Afbreekpatroon:	ver·huur·der
Verbuigingen:	verhuurders (meerv.)

iemand die iets verhuurt, de eigenaar

Voorbeelden:

`De verhuurder is aansprakelijk voor gebreken aan de woning.`, `Hij werkt elke zomer op het strand als verhuurder van ligstoelen en parasols.`

huurbaas   

• 1) Huisheer 2) Huisbaas 3) Huurbaas 4) Wie iets te huur aanbiedt
• Een persoon of organisatie die een stuk grond of gebouw in gebruik geeft aan een huurder, en daarvoor een vergoeding ontvangt.
• Het beroep van Verhuurder is erg ruim. Vrijwel iedereen kan Verhuurder zijn, aangezien het enige wat je nodig hebt een (deel van een) pand is om te verhuren. Bij het beroep van Verhuurder moet je dus denken aan een huisbaas die één of meerdere panden in zijn bezit heeft en die verhuurt aan particulieren of ...
• huurrecht: persoon die tegen betaling en veelal voor bepaalde duur een zaak ter beschikking van een huurder stelt en laat ...
• iemand die iets verhuurt aan een ander, bv. een huis, kamer of auto; iemand die iets verhuurt; ook: bedrijf dat, vereniging of instantie die iets verhuurt

Toon uitgebreidere definities

• verhuurdersheffing

• woningverhuurder• poolpalletverhuurder• autoverhuurder

Is het 'de verhuurder' of 'het verhuurder'?

Het is 'de verhuurder', want verhuurder is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die verhuurder'.

Wat is het meervoud van verhuurder?

Het meervoud van verhuurder is 'verhuurders'. Eén verhuurder, twee verhuurders.

Wat betekent verhuurder?

'iemand die iets verhuurt, de eigenaar'

Hoe spel je verhuurder?

verhuurder spel je V E R H U U R D E R

Wat is een ander woord voor verhuurder?

Een ander woord verhuurder is huurbaas.

Zoek verhuurder op Woordenlijst.org
Zoek verhuurder op Google
Zoek verhuurder op Wikipedia