verbrijzelen

werkw.

Uitspraak:	[vərˈbrɛizələ(n)]
Afbreekpatroon:	ver·brij·ze·len
Vervoegingen:	verbrijzelde (verl.tijd enkelv.) Toon alle vervoegingen

1) vernielen door in hele kleine stukjes te slaan

Vervoegingen:	heeft verbrijzeld (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`een steen verbrijzelen`
Synoniem:	versplinteren

2) in hele kleine stukjes uiteenvallen

Vervoegingen:	is verbrijzeld (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`Door de botsing was de voorruit van de auto verbrijzeld.`
Synoniem:	versplinteren

afbreken   beëindigen   fijnmaken   forceren   inslaan   kapotslaan   ontbinden   opheffen   platdrukken   stukmaken   stukslaan   verbreken   vergruizen   vermorzelen   verpletteren   versplinteren   

• het helemaal in kleine stukken slaan vb: hij verbrijzelde de steen met een hamer een verbrijzelde arm [waarvan het bot in kleine stukken is]
• 1) Verpletteren 2) Vermorzelen 3) Vergruizen 4) Verbreken 5) Versplinteren 6) Stukmaken 7) Stukslaan 8) Kapotslaan 9) Kraken 10) Opheffen 11) Ontbinden 12) Inslaan 13) Platdrukken 14) Pletten 15) Mortelen 16) Fijnmaken 17) Forceren 18) Beëindigen 19) Breken 20) Afbreken
• vermorzelen
• vermorzelen Jaar van herkomst: 1622 (WNT )

Toon uitgebreidere definities

verbrijzelen (in stukken slaan)

Schrijf je verbrijzelen met ei of ij? Zie verbrijzelen / verbreizelen

Wat betekent verbrijzelen?

'vernielen door in hele kleine stukjes te slaan' en 'in hele kleine stukjes uiteenvallen'

Hoe spel je verbrijzelen?

verbrijzelen spel je V E R B R I J Z E L E N

Wat is een ander woord voor verbrijzelen?

Andere woorden voor verbrijzelen zijn afbreken, beëindigen, fijnmaken, forceren, inslaan, kapotslaan, ontbinden, opheffen, platdrukken, stukmaken, stukslaan, verbreken, vergruizen, vermorzelen, verpletteren en versplinteren.

Zoek verbrijzelen op Woordenlijst.org
Zoek verbrijzelen op Google
Zoek verbrijzelen op Wikipedia