I vastrijden

werkw.
Uitspraak:  ['vɑstrɛidə(n)]
Afbreekpatroon:  vast·rij·den
Vervoegingen:  reed vast (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is vastgereden (volt.deelw.)

al rijdend vastraken (in iets)
Voorbeeld:  `De auto was vastgereden in een maisveld.`


II zich vastrijden

reflexief werkw.
Uitspraak:  ['vɑstrɛidə(n)]
Afbreekpatroon:  vast·rij·den
Vervoegingen:  reed zich vast (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft zich vastgereden (volt.deelw.)

je al rijdend (ergens in) vastzetten
Voorbeeld:  `Ik heb mij vanmorgen vastgereden in de modder.`


Synoniemen
klemrijden   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Klemrijden
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van vastrijden?
De verleden tijd van vastrijden is 'reed vast'. Het voltooid deelwoord is 'is vastgereden'.
Wat betekent vastrijden?
'al rijdend vastraken (in iets)'
Hoe spel je vastrijden?
vastrijden spel je V A S T R I J D E N
Wat is een ander woord voor vastrijden?
Een ander woord vastrijden is klemrijden.

Op andere websites
Zoek vastrijden op Woordenlijst.org
Zoek vastrijden op Google
Zoek vastrijden op Wikipedia