vastnemen
werkw.
| Uitspraak: | ['vɑstnemə(n)] |
| Afbreekpatroon: | vast·ne·men |
| Vervoegingen: | nam vast (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | heeft vastgenomen (volt.deelw.) |
met je handen pakken, nemen | Voorbeeld: | `de baby van je zus vastnemen` | |
| Synoniem: | vastpakken |
Synoniemen
aanpakken beetgrijpen beetnemen beetpakken grijpen pakken vastgrijpen vastpakken vatten 1 definitie op Encyclo
- 1) Beetgrijpen 2) Beetnemen 3) Beetpakken 4) Pakken 5) Aanpakken 6) Vastgrijpen 7) Vastpakken 8) Vatten 9) Grijpen
Toon uitgebreidere definitiesVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van vastnemen?
De verleden tijd van vastnemen is 'nam vast'. Het voltooid deelwoord is 'heeft vastgenomen'.
Wat betekent vastnemen?
'met je handen pakken, nemen'
Hoe spel je vastnemen?
vastnemen spel je V A S T N E M E N
Wat is een ander woord voor vastnemen?
Andere woorden voor vastnemen zijn aanpakken, beetgrijpen, beetnemen, beetpakken, grijpen, pakken, vastgrijpen, vastpakken en vatten.Op andere websites
Zoek
vastnemen op Woordenlijst.org
Zoek
vastnemen op Google
Zoek
vastnemen op Wikipedia