het vak

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [vɑk]
Verbuigingen:  vakken (meerv.)

1) kleine, afgeschermde ruimte in een kast, doos of lade
Voorbeeld:  `De formulieren liggen in het bovenste vak rechts.`

2) een door lijnen begrensd deel van een vlak
Voorbeeld:  `Maak het vakje achter het juiste antwoord zwart.`

3) beroep
Voorbeelden:  `bakkersvak`,
`een vak uitoefenen`,
`Zij is ontwerpster van haar vak.`
Synoniem:  beroep
je vak verstaan  (goed zijn in je werk)

4) deel van een opleiding of wetenschap
Voorbeeld:  `Natuurkunde, scheikunde en biologie zijn exacte vakken.`
Synoniem:  discipline


Synoniemen
ambacht   arbeid   beroep   bezigheid   compartiment   inspanning   métier   sti   stiel   taak   vriesvak   werk   werkzaamheid   

Spreekwoorden en zegswijzen
• een oude rot in het vak (zijn) (=alles van het vak afweten en alles weten hoe te doen)
Naar de spreekwoorden

12 definities op Encyclo
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Vak``] Zie Mijnen
  • [I] begrensd deel [II] beroep, schoolvak
  • •beroep •ingedeeld stuk, bijv. schap, baanvak, supportersvak. •schoolvak, leervak.
  • wat je doet om geld te verdienen vb: het is belangrijk dat iedereen een vak leert hij verstaat zijn vak [hij is goed in zijn werk] de kneepjes van het vak kennen [het vak goed beheersen] dat is het risico van het vak [als je dat gevaar niet wilt lopen, moet je er niet aan beginnen] een oude rot in het vak [ie...
  • (onderwijs) Een serie lessen over één onderwerp.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met vak:
vakantievakantieadresvakantieappartementvakantiebaanvakantiebestemmingvakantiebeursvakantiecomplexvakantieconceptvakantiedagvakantiedorpvakantiedruktevakantiegangervakantiegebiedvakantiegedragvakantiegeldvakantiegenotvakantiegevoelvakantiehuisvakantiejobvakantiekaart
Toon alle woorden die beginnen met vak

Deze woorden eindigen op vak:
baanvakschoolvakservicevaktijdvakzoekvakzijvakzaakvakwerkvakwegvakweefvakvriesvakvoorvakvoorsorteervaktrainersvaktijdsvaktheatervakstudievakstartvakserveervaksemestervak
Toon alle woorden die eindigen op vak

Herkomst volgens etymologiebank.nl
vak (begrensd deel; tak van wetenschap; beroep)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de vak' of 'het vak'?
Het is 'het vak', want vak is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat vak'.
Wat is het meervoud van vak?
Het meervoud van vak is 'vakken'. Eén vak, twee vakken.
Wat betekent vak?
'kleine, afgeschermde ruimte in een kast, doos of lade' en 'een door lijnen begrensd deel van een vlak' en 'beroep' en 'deel van een opleiding of wetenschap'
Hoe spel je vak?
vak spel je V A K
Wat is een ander woord voor vak?
Andere woorden voor vak zijn ambacht, arbeid, beroep, bezigheid, compartiment, inspanning, métier, sti, stiel, taak, vriesvak, werk en werkzaamheid.

Op andere websites
Zoek vak op Woordenlijst.org
Zoek vak op Google
Zoek vak op Wikipedia