uitzieken
werkw.
| Uitspraak: | ['œytsikə(n)] |
| Afbreekpatroon: | uit·zie·ken |
| Vervoegingen: | ziekte uit (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | heeft, is uitgeziekt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen |
lang genoeg rusten zodat je weer beter wordt | Voorbeeld: | `Als je griep hebt, dan zit er niets anders op dan uit te zieken.` | |
2 definities op Encyclo
- 1) Beter worden
- Uitzieken is het zorgen dat een ziekte (vaak een griepje ) overgaat door thuis te blijven of in bed te blijven voor een tijdje. ( Het meisje had koorts , waardoor haar moeder haar een dagje thuishield. Zo kon ze uitzieken. ) [basiswoordenlijst groep 7]
Toon uitgebreidere definitiesVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitzieken?
De verleden tijd van uitzieken is 'ziekte uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft, is uitgeziekt'.
Wat betekent uitzieken?
'lang genoeg rusten zodat je weer beter wordt'
Hoe spel je uitzieken?
uitzieken spel je U I T Z I E K E N Op andere websites
Zoek
uitzieken op Woordenlijst.org
Zoek
uitzieken op Google
Zoek
uitzieken op Wikipedia