uitzetten

werkw.

Uitspraak:	['œytsɛtə(n)]
Afbreekpatroon:	uit·zet·ten
Vervoegingen:	zette uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft uitgezet (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) zorgen dat (een apparaat) niet meer werkt

Voorbeeld:	`Wil je de tv uitzetten als je weggaat?`
Antoniem:	aanzetten
Synoniem:	uitschakelen

2) met dwang (het land) doen verlaten

Voorbeeld:

`De politicus wil met zijn beleid alle criminele vreemdelingen het land uitzetten.`

3) in grote lijnen aangeven of plannen

Voorbeeld:	`Met behulp van je GPS kan je zelf eenvoudig routes uitzetten.`
Synoniem:	uitstippelen

4) in volume toenemen

Voorbeeld:

`Een opgeblazen ballon zet uit als hij warm wordt.`

5) (wilde dieren) loslaten in de natuur met de bedoeling dat ze zich gaan voortplanten

Voorbeeld:

`Er zijn twintig otters uitgezet en drie ervan zijn binnen een week doorgereden.`

afbakenen   afzetten   bannen   bezweren   deportatie   deporteren   het groter worden   kromtrekken   openzetten   opzetten   planten   uitbannen   uitdoen   uitmaken   uitschakelen   uitstippelen   uitstoten   uitwijzen   verbannen   verdrijven   vergroting   verjagen   wegjagen   wijd worden   slinken (antoniem)   

• Uit `De lagere vaktalen: De steenbakkerstaal` 1914 steen uit den oven nemen.
• 1.vertrekken, weggaan (DB) Voorbeeld: De overigen die gedwongen door de omstandigheden, elders moeten uitzetten om geld te verdienen, trekken naar de fabrieken 2.een betrekking geven, aan een betrekking helpen, een bruidschat geven Voorbeeld: Nu echter wordt er eerst aan gedacht dat, als zij hun ran...
• Onder uitzetten verstaan we het uitlenen van een som geld tegen rentevergoeding voor een bepaalde, vaste termijn. ( > beleggen > algemene terminologie)
• • [natuurkunde] in volume toenemen. •iemand dwingen een gebied of gebouw te verlaten.
• de knop omzetten zodat het niet meer werkt vb: haar moeder zette de televisie uit Synoniemen: uitdoen uitschakelen afzetten uitdraaien Tegenstellingen: aanzetten inschakelen groter en dikker worden vb: als je ijzer verhit, zet het uit Tegenstellingen: verschrompelen krimpen

Toon uitgebreidere definities

• vooruitzetten

1. Is uitdoen correct in een combinatie als de aardappelen uitdoen? Zie Uitdoen
2. Wat is correct: Aan- en uitzetten gebeurt handmatig of aan- en uitzetten gebeuren handmatig? Zie aan- en uitzetten gebeurt/gebeuren handmatig

Wat is de verleden tijd van uitzetten?

De verleden tijd van uitzetten is 'zette uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgezet'.

Wat betekent uitzetten?

'zorgen dat (een apparaat) niet meer werkt' en 'met dwang (het land) doen verlaten' en 'in grote lijnen aangeven of plannen' en 'in volume toenemen' en '(wilde dieren) loslaten in de natuur met de bedoeling dat ze zich gaan voortplanten'

Hoe spel je uitzetten?

uitzetten spel je U I T Z E T T E N

Wat is een ander woord voor uitzetten?

Andere woorden voor uitzetten zijn afbakenen, afzetten, bannen, bezweren, deportatie, deporteren, het groter worden, kromtrekken, openzetten, opzetten, planten, uitbannen, uitdoen, uitmaken, uitschakelen, uitstippelen, uitstoten, uitwijzen, verbannen, verdrijven, vergroting, verjagen, wegjagen en wijd worden.

Wat is het tegenovergestelde van uitzetten?

Een antoniem van uitzetten is slinken.

Zoek uitzetten op Woordenlijst.org
Zoek uitzetten op Google
Zoek uitzetten op Wikipedia