de uitzege
zelfst.naamw. (m./v.)
| Uitspraak: | ['œytsexə] |
| Afbreekpatroon: | uit·ze·ge |
| Verbuigingen: | uitzeges (meerv.) |
overwinning behaald in een uitwedstrijd | Voorbeeld: | `De topvoetballer bezorgt zijn voetbalploeg een belangrijke uitzege.` | |
2 definities op Encyclo
- 1) Triomf op locatie 2) Overwinning op het veld van de tegenstander 3) Overwinning op het terrein van de tegenstander 4) Overwinning
- zege in een wedstrijd die op het veld of in de sporthal van de tegenstander wordt gespeeld; zege van de uitspelende club; zege in een uitwedstrijd; uitoverwinning Vaak voorafgegaan door een telwoord of een kenmerkend bijvoeglijk naamwoord.
Toon uitgebreidere definitiesVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de uitzege' of 'het uitzege'?
Het is 'de uitzege', want uitzege is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die uitzege'.
Wat is het meervoud van uitzege?
Het meervoud van uitzege is 'uitzeges'. Eén uitzege, twee uitzeges.
Wat betekent uitzege?
'overwinning behaald in een uitwedstrijd'
Hoe spel je uitzege?
uitzege spel je U I T Z E G E Op andere websites
Zoek
uitzege op Woordenlijst.org
Zoek
uitzege op Google
Zoek
uitzege op Wikipedia