uitwisselen

werkw.
Uitspraak:  [ˈœytwɪsələ(n)]
Afbreekpatroon:  uit·wis·se·len
Vervoegingen:  wisselde uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgewisseld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

het ene ruilen voor het andere
Voorbeeld:  `recepten met elkaar uitwisselen`
ervaringen uitwisselen  (aan elkaar vertellen wat je hebt meegemaakt)


Synoniemen
ruilen   verruilen   

3 definities op Encyclo
  • het ene in de plaats geven voor het andere vb: de collega's wisselden vakantieverhalen uit ervaringen uitwisselen [praten over jouw ervaringen en luisteren naar die van de ander]
  • 1) Uitruilen 2) Wisselen 3) Ruilen 4) Inruilen 5) Verruilen
  • Uitwisselen is ruilen . Bijvoorbeeld het uitwisselen van gegevens , groeten of studenten uit het buitenland . [basiswoordenlijst groep 8]
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitwisselen?
De verleden tijd van uitwisselen is 'wisselde uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgewisseld'.
Wat betekent uitwisselen?
'het ene ruilen voor het andere'
Hoe spel je uitwisselen?
uitwisselen spel je U I T W I S S E L E N
Wat is een ander woord voor uitwisselen?
Andere woorden voor uitwisselen zijn ruilen en verruilen.

Op andere websites
Zoek uitwisselen op Woordenlijst.org
Zoek uitwisselen op Google
Zoek uitwisselen op Wikipedia