uitweiden

werkw.

Uitspraak:	[ˈœytwɛidə(n)]
Afbreekpatroon:	uit·wei·den
Vervoegingen:	weidde uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft uitgeweid (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

uitvoerig spreken

Voorbeeld:

`uitweiden over de vele voordelen van het nieuwe product`

afdwalen   breed uitmeten   

• (ww) - op het langdradige af iets bespreken
• 1) Afdwalen 2) Uitvoerig spreken 3) Omstandig spreken 4) Breedvoerig praten 5) Breedvoerig spreken 6) Divageren
• in den brede behandelen Jaar van herkomst: 1644 (WNT )
• uitvoerig spreken (over bijzaken) Voorbeeld: De leraar bleef maar uitweiden over de verschillende mogelijkheden.

Toon uitgebreidere definities

uitweiden (breedvoerig spreken over)

1. Is het uitwijden of uitweiden, in de betekenis `uitvoerig spreken`? Zie Uitwijden / uitweiden
2. Wat is juist: `Ik had genoeg van het ellenlange uitweiden van de docent` of `Ik had genoeg van het ellenlang uitweiden van de docent`? Zie buigings-e: het ellenlange uitweiden
3. Schrijf je uitwijden (= wijder maken, worden) met ei of ij? Zie uitwijden / uitweiden

Wat is de verleden tijd van uitweiden?

De verleden tijd van uitweiden is 'weidde uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgeweid'.

Wat betekent uitweiden?

'uitvoerig spreken'

Hoe spel je uitweiden?

uitweiden spel je U I T W E I D E N

Wat is een ander woord voor uitweiden?

Andere woorden voor uitweiden zijn afdwalen en breed uitmeten.

Zoek uitweiden op Woordenlijst.org
Zoek uitweiden op Google
Zoek uitweiden op Wikipedia