uitvissen

werkw.
Uitspraak:  ['œytfɪsə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·vis·sen
Vervoegingen:  viste uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgevist (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

uitzoeken hoe iets zit of moet informeel
Voorbeeld:  `Ik moet nog uitvissen hoe dit apparaat werkt.`
Synoniem:  uitvinden (2)


Synoniemen
aftasten   nagaan   naspeuren   opsnuffelen   opsporen   uitvinden   uitzoeken   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Slim te weten komen 2) Uitvinden 3) Uitknobbelen 4) Uitkienen 5) Uitzoeken 6) Aftasten 7) Ergens achter komen 8) Onderzoeken 9) Uitdokteren 10) Ophelderen 11) Opsnuffelen 12) Nagaan 13) Napluizen 14) Naspeuren 15) Opsporen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitvissen?
De verleden tijd van uitvissen is 'viste uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgevist'.
Wat betekent uitvissen?
'uitzoeken hoe iets zit of moet'
Hoe spel je uitvissen?
uitvissen spel je U I T V I S S E N
Wat is een ander woord voor uitvissen?
Andere woorden voor uitvissen zijn aftasten, nagaan, naspeuren, opsnuffelen, opsporen, uitvinden en uitzoeken.

Op andere websites
Zoek uitvissen op Woordenlijst.org
Zoek uitvissen op Google
Zoek uitvissen op Wikipedia