zich uitstrekken

reflexief werkw.
Uitspraak:  ['œytstrɛkə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·strek·ken
Vervoegingen:  strekte zich uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft zich uitgestrekt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) een oppervlak of lengte innemen
Voorbeelden:  `eindeloze graanvlakten die zich zuidwaarts uitstrekken tot aan het merengebied`,
`Het eiland heeft drie bergen die zich uitstrekken over het hele eiland.`,
`een zandstrand dat zich uitstrekt over een lengte van meer dan dertig kilometer`

2) genoemde reikwijdte hebben
Voorbeelden:  `De toegankelijkheid van de informatie kan zich beperken tot de staf of zich uitstrekken tot het hele personeel.`,
`een doelstelling die zich uitstrekt over alle fasen van de levenscyclus van de auto`
Antoniem:  zich beperken tot


Synoniemen
ophouden   rekken   strekken   uitbreiden   uithouden   uitsteken   

3 definities op Encyclo
  • een bepaalde oppervlakte in beslag nemen vb: hij strekte zich uit op de bank
  • 1) Uitwaaieren 2) Uitsteken 3) Ophouden 4) Uithouden 5) Uitbreiden 6) Vergroten 7) Steken 8) Reiken 9) Rekken 10) Strekken
  • voor zich uitsteken (van hand)
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitstrekken?
De verleden tijd van uitstrekken is 'strekte zich uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft zich uitgestrekt'.
Wat betekent uitstrekken?
'een oppervlak of lengte innemen' en 'genoemde reikwijdte hebben'
Hoe spel je uitstrekken?
uitstrekken spel je U I T S T R E K K E N
Wat is een ander woord voor uitstrekken?
Andere woorden voor uitstrekken zijn ophouden, rekken, strekken, uitbreiden, uithouden en uitsteken.

Op andere websites
Zoek uitstrekken op Woordenlijst.org
Zoek uitstrekken op Google
Zoek uitstrekken op Wikipedia