uitstralen

werkw.
Uitspraak:  ['œytstralə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·stra·len
Vervoegingen:  straalde uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgestraald (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

bij anderen aan gevoel oproepen
Voorbeelden:  `zelfvertrouwen uitstralen`,
`Hij straalt een rustig soort enthousiasme uit.`,
`Als voorzitter heeft ze altijd een vanzelfsprekend gezag uitgestraald.`


Synoniemen
afstralen   rondstralen   uitzenden   zenden   

2 definities op Encyclo
  • een bepaalde indruk achterlaten bij andere mensen vb: juf Sanne straalt een enorme rust uit
  • 1) Rondstralen 2) Zenden 3) Emitteren 4) Uitzenden 5) Afstralen 6) Gloeien 7) Accenten 8) Uitschijnen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met uitstralen:
uitstralend

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitstralen?
De verleden tijd van uitstralen is 'straalde uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgestraald'.
Wat betekent uitstralen?
'bij anderen aan gevoel oproepen'
Hoe spel je uitstralen?
uitstralen spel je U I T S T R A L E N
Wat is een ander woord voor uitstralen?
Andere woorden voor uitstralen zijn afstralen, rondstralen, uitzenden en zenden.

Op andere websites
Zoek uitstralen op Woordenlijst.org
Zoek uitstralen op Google
Zoek uitstralen op Wikipedia