uitsteken

werkw.
Uitspraak:  ['œytstekə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·ste·ken
Vervoegingen:  stak uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgestoken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) naar buiten steken ten opzichte van de directe omgeving
Voorbeelden:  `een flatgebouw met uitstekende balkons`,
`uitstekende jukbeenderen`

2) naar buiten laten steken ten opzichte van de directe omgeving
Voorbeelden:  `de vlag uitsteken`,
`je hand uitsteken om iemand te begroeten`,
`je tong uitsteken tegen iemand`
geen hand/poot uitsteken  (niets (nuttigs) doen) `De VS steekt geen poot uit om de Palestijnse kwestie op te lossen.`

3) door te steken verwijderen
Voorbeeld:  `planten uitsteken uit de tuin`


Synoniemen
afsteken   eruit springen   eruitspringend   excelleren   onderscheiden   ophouden   oprijzen   opvallen   opvallend   overtreffen   rekken   schitteren   strekken   uitblinken   uitbreiden   uithollen   uitmunten   uitspringen   uitstaan   uitstrekken   vooruitspringen   vooruitsteken   

Spreekwoorden en zegswijzen
• je voelhorens uitsteken (=trachten te achterhalen)
• iemand de ogen uitsteken (=iemand jaloers maken door de aandacht te vestigen op iets wat men heeft, en wat de ander ontbreekt)
• de vlag uitsteken (=ergens erg blij mee zijn)
• de ogen uitsteken (=jaloers maken)
• de nek uitsteken (=risico nemen)
Toon alle 6 spreekwoorden die uitsteken bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je uitsteken krachtiger uitdrukken?
met kop en schouders uitsteken boven…;

9 definities op Encyclo
  • 1.zichtbaar zijn buiten, reiken, komen (VD A 2) Voorbeeld: Met 't eerste ontbinden van hun krachten voelden de maaiers (...) ene fierheid elkaar te zien: die lange rij mannen rechtop uitstekend boven 't groen 2.aanduiden wat men verkiest (DB) Voorbeeld: Alhoewel de mogelijkheid uitgesloten was, en z...
  • (1) Met de haakstok peilen hoe diep het water is en uit welke grondsoort de bodem bestaat. (2) Meerderen bij het breien van een stuk netwerk.
  • •in grootte de rest voorbijstreven. •met een scherp voorwerp stekend verwijderen. •uitstrekken, bijvoorbeeld van een ledemaat. (+audio)
  • het naar buiten steken vb: steek even je tong uit voor de dokter je hand uitsteken [naar links of rechts wijzen als je de bocht om gaat]
  • 1) Oprijzen 2) Onderscheiden 3) Opvallen 4) Opvallend 5) Strekken 6) Schitteren 7) Naar buiten springen 8) Naar buiten hangen 9) Gutsen 10) Pieken 11) Afsteken 12) Rekken 13) Eruitspringend 14) Puilen 15) Uitblinken 16) Uitbreiden 17) Uithollen 18) Uitmunten 19) Uitpuilen 20) Uitspringen 21) Met een scherp vo...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met uitsteken:
uitsteken bovenuitstekenduitstekendheid

Deze woorden eindigen op uitsteken:
vooruitstekenachteruitsteken

Herkomst volgens etymologiebank.nl
uitsteken

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitsteken?
De verleden tijd van uitsteken is 'stak uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgestoken'.
Wat betekent uitsteken?
'naar buiten steken ten opzichte van de directe omgeving' en 'naar buiten laten steken ten opzichte van de directe omgeving' en 'door te steken verwijderen'
Hoe spel je uitsteken?
uitsteken spel je U I T S T E K E N
Wat is een ander woord voor uitsteken?
Andere woorden voor uitsteken zijn afsteken, eruit springen, eruitspringend, excelleren, onderscheiden, ophouden, oprijzen, opvallen, opvallend, overtreffen, rekken, schitteren, strekken, uitblinken, uitbreiden, uithollen, uitmunten, uitspringen, uitstaan, uitstrekken, vooruitspringen en vooruitsteken.

Op andere websites
Zoek uitsteken op Woordenlijst.org
Zoek uitsteken op Google
Zoek uitsteken op Wikipedia