uitstaan

werkw.
Uitspraak:  ['œytstan]
Afbreekpatroon:  uit·staan
Vervoegingen:  stond uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgestaan (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1)
iemand niet kunnen uitstaan  (een erge hekel aan iemand hebben)

2)
doodsangsten uitstaan  (ontzettend bang zijn)

3)
niets uit te staan hebben met  (niets te maken hebben met)

4) (van geld) tegen rente uitgeleend zijn of geïnvesteerd zijn financieel
Voorbeelden:  `uitstaande vorderingen`,
`Mijn geld staat uit tegen 4% rente.`,
`voor miljoenen euro's hebben uitstaan in zwakke landen`


Synoniemen
aanzien   doorstaan   dulden   harden   lijden   maken   ondergaan   pikken   tegoed hebben   toelaten   tolereren   uitblijven   uithouden   uitspringen   uitsteken   velen   verdragen   vooruitspringen   vooruitsteken   

6 definities op Encyclo
  • uitdr.: Voorbeeld: uitstaans maken met iemand met iemand te maken hebben, contact hebben met, omgang - Voorbeeld: Tegenover Clotielde wist hij niet hoe zich te gedragen; met haar had hij nooit enig uitstaans gemaakt
  • •nog niet geïnd of ingevorderd . •"iemand-iets niet kunnen ~": een grote hekel aan iemand-iets hebben •tweede betekenisomschrijving. •enz.
  • het meemaken en uithouden vb: ik kan al die drukte niet uitstaan Synoniemen: doorstaan verdragen verduren velen op een rekening staan zodat je rente ontvangt vb: hoeveel geld heb je uitstaan bij die bank?
  • 1) Harden 2) Dulden 3) Ondergaan 4) Vooruitsteken 5) Uitblijven 6) Naar buiten uitsteken 7) Onderstaan 8) Dazen 9) Lijden 10) Doorstaan 11) Aanzien 12) Uitsteken 13) Uitspringen 14) Maken 15) Pikken 16) Uithouden 17) Verdragen 18) Velen 19) Verduren 20) Geluchten 21) Toelaten 22) Tolereren 23) Vooruitspringen...
  • ondermeer van zeilen en visnetten: in een richting, min of meer, dwars op de lengteas van het schip hebbend.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met uitstaan:
uitstaand

Herkomst volgens etymologiebank.nl
uitstaan in de uitdrukking met iemand iets uit te staan hebben

Taaladvies
Waar komt de uitdrukking iemand niet kunnen luchten of zien vandaan? Zie Iemand niet kunnen luchten of zien

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitstaan?
De verleden tijd van uitstaan is 'stond uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgestaan'.
Hoe spel je uitstaan?
uitstaan spel je U I T S T A A N
Wat betekent uitstaan?
'(van geld) tegen rente uitgeleend zijn of geïnvesteerd zijn'
Wat is een ander woord voor uitstaan?
Andere woorden voor uitstaan zijn aanzien, doorstaan, dulden, harden, lijden, maken, ondergaan, pikken, tegoed hebben, toelaten, tolereren, uitblijven, uithouden, uitspringen, uitsteken, velen, verdragen, vooruitspringen en vooruitsteken.

Op andere websites
Zoek uitstaan op Woordenlijst.org
Zoek uitstaan op Google
Zoek uitstaan op Wikipedia