zich uitspreken

reflexief werkw.
Uitspraak:  [ˈœytsprekə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·spre·ken
Vervoegingen:  sprak uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgesproken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) in klanken weergeven
Voorbeeld:  `Hoe spreek je dat woord uit?`

2) in woorden zeggen
Voorbeeld:  `je dankbaarheid uitspreken`
zich niet uitspreken over de gevolgen van die actie  (niets zeggen, geen mening geven over de gevolgen van die actie)


Synoniemen
bediscussiëren   bekendmaken   opzeggen   uitpraten   uitpraten tot het eind   uitspraak   verklaren   

Intensiveringen
Hoe kun je met uitspreken een ander begrip versterken?
uitgesproken wens;

3 definities op Encyclo
  • •het geschreven woord in klank omzetten. •een beslissing mededelen. (+audio)
  • het zeggen vb: hoe spreek je dit woord uit? Synoniem: uitbrengen een mening of oordeel geven vb: de regering zal zich daar volgende week over uitspreken het zeggen met gesproken woorden vb: hij sprak zijn dankbaarheid uit over de belangstelling
  • 1) Talen 2) Spreken 3) Afvuren 4) Verklaren 5) Bediscussiëren 6) Uitpraten 7) Spuien 8) Uitlaten 9) Onder woorden brengen 10) Uiten 11) Bekendmaken 12) Prononceren 13) Zeggen 14) Op bepaalde wijze zeggen 15) Vellen 16) Opzeggen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitspreken?
De verleden tijd van uitspreken is 'sprak uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgesproken'.
Wat betekent uitspreken?
'in klanken weergeven' en 'in woorden zeggen'
Hoe spel je uitspreken?
uitspreken spel je U I T S P R E K E N
Wat is een ander woord voor uitspreken?
Andere woorden voor uitspreken zijn bediscussiëren, bekendmaken, opzeggen, uitpraten, uitpraten tot het eind, uitspraak en verklaren.

Op andere websites
Zoek uitspreken op Woordenlijst.org
Zoek uitspreken op Google
Zoek uitspreken op Wikipedia