uitsmeren

werkw.
Uitspraak:  ['œytsmerə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·sme·ren
Vervoegingen:  smeerde uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  uitgesmeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

uitsmeren over  (verdelen over) `U koopt de auto nu en de betaling wordt over drie jaar uitgesmeerd.`
breed uitsmeren  (veel aandacht geven) `Geweldpleging, inbraken en aanslagen worden breed uitgesmeerd in de media.`


Synoniemen
smeren   strijken   uitspreiden   uitstallen   wrijven   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Uitwrijven 2) Strijken 3) Wrijven 4) Over een lange periode verdelen 5) Uitspreiden 6) Uitstallen 7) Uitstrijken 8) Verdelen 9) Verspreiden
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
uitsmeren

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitsmeren?
De verleden tijd van uitsmeren is 'smeerde uit'. Het voltooid deelwoord is 'uitgesmeerd'.
Hoe spel je uitsmeren?
uitsmeren spel je U I T S M E R E N
Wat is een ander woord voor uitsmeren?
Andere woorden voor uitsmeren zijn smeren, strijken, uitspreiden, uitstallen en wrijven.

Op andere websites
Zoek uitsmeren op Woordenlijst.org
Zoek uitsmeren op Google
Zoek uitsmeren op Wikipedia