uitschreeuwen

werkw.

Uitspraak:	['œytsxrewə(n)]
Afbreekpatroon:	uit·schreeu·wen
Vervoegingen:	schreeuwde uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft uitgeschreeuwd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

hard schreeuwen

Voorbeeld:	`De betogers schreeuwen uit 'weg met de president'.`
het uitschreeuwen van de pijn	(erg veel pijn hebben en dat uiten)

brullen   het uitgillen   uitbrullen   uitgillen   uitkrijsen   uitroepen   

Hoe kun je met uitschreeuwen een ander begrip versterken?
uitschreeuwen van de pijn;

• 1) Uitroepen 2) Uitbrullen 3) Uitloeien 4) Uitkrijsen 5) Uitgillen 6) Kraaien 7) Brullen
• Uitschreeuwen is een kreet slaken (van pijn, schrik). [basiswoordenlijst groep 6]

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van uitschreeuwen?

De verleden tijd van uitschreeuwen is 'schreeuwde uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgeschreeuwd'.

Wat betekent uitschreeuwen?

'hard schreeuwen'

Hoe spel je uitschreeuwen?

uitschreeuwen spel je U I T S C H R E E U W E N

Wat is een ander woord voor uitschreeuwen?

Andere woorden voor uitschreeuwen zijn brullen, het uitgillen, uitbrullen, uitgillen, uitkrijsen en uitroepen.

Zoek uitschreeuwen op Woordenlijst.org
Zoek uitschreeuwen op Google
Zoek uitschreeuwen op Wikipedia