uitpluizen

werkw.

Uitspraak:	['œytplœyzə(n)]
Afbreekpatroon:	uit·plui·zen
Vervoegingen:	ploos uit, pluisde uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft uitgeplozen, heeft uitgepluisd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

uitzoeken hoe (iets ingewikkelds) in elkaar zit

Voorbeelden:	`gebruiksvoorwaarden uitpluizen`, `laten uitpluizen waar je echte vader zou kunnen zijn`
Synoniem:	onderzoeken

onderzoeken   ontraadselen   ontrafelen   ontwarren   uitrafelen   uitvezelen   uitzoeken   

• •iets duidelijker maken wat min of meer verwarrend is. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
• 1) Haarfijn onderzoeken 2) Ziften 3) Nauwkeurig onderzoeken 4) Ontwarren 5) Ontrafelen 6) Opsporen 7) Noppen 8) Nawroeten 9) Haarfijn uitzoeken 10) Vlooien 11) Navlooien 12) Naneuzen 13) Haarkloven 14) Rafelen 15) Onderzoeken 16) Ontraadselen 17) Zeer grondig onderzoeken 18) Uitdiepen 19) Uiteenrafelen
• 1> oude stukken touw tot pluis (voor breeuwnaden ) maken. 2> vis uit kieuw- of warnetten halen. Ook pluizen, doppen of overhalen genoemd.

Toon uitgebreidere definities

uitpluizen

Wat is de verleden tijd van uitpluizen?

De verleden tijd van uitpluizen is 'ploos uit, pluisde uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgeplozen, heeft uitgepluisd'.

Wat betekent uitpluizen?

'uitzoeken hoe (iets ingewikkelds) in elkaar zit'

Hoe spel je uitpluizen?

uitpluizen spel je U I T P L U I Z E N

Wat is een ander woord voor uitpluizen?

Andere woorden voor uitpluizen zijn onderzoeken, ontraadselen, ontrafelen, ontwarren, uitrafelen, uitvezelen en uitzoeken.

Zoek uitpluizen op Woordenlijst.org
Zoek uitpluizen op Google
Zoek uitpluizen op Wikipedia