uitpersen

werkw.

Uitspraak:	[ˈœytpɛrsə(n)]
Afbreekpatroon:	uit·per·sen
Vervoegingen:	perste uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft uitgeperst (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) sap ergens uit drukken

Voorbeeld:

`een sinaasappel uitpersen`

2) zo veel mogelijk voordeel uit iemand halen ten koste van die persoon

Voorbeeld:	`De landarbeiders werden uitgeperst.`
Synoniemen:	uitbuiten, uitknijpen

afpersen   leeghalen   leegknijpen   persen   plunderen   uitknijpen   uitzuigen   

• (Amsterdams) flink laten betalen (zie ook 'snappel')
• 1) Sap uit een vrucht drukken 2) Sap uit een citroen drukken 3) Ontdoen van sap 4) Uitzuigen 5) Uitnijpen 6) Uitknijpen 7) Uitdrukken 8) Uitbuiten 9) Pletten 10) Afpersen 11) Leegknijpen 12) Plunderen 13) Leeghalen
• door persen van vocht ontdoen, uitbuiten, afpersen
• Sinaasappel, citroen.

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van uitpersen?

De verleden tijd van uitpersen is 'perste uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgeperst'.

Wat betekent uitpersen?

'sap ergens uit drukken' en 'zo veel mogelijk voordeel uit iemand halen ten koste van die persoon'

Hoe spel je uitpersen?

uitpersen spel je U I T P E R S E N

Wat is een ander woord voor uitpersen?

Andere woorden voor uitpersen zijn afpersen, leeghalen, leegknijpen, persen, plunderen, uitknijpen en uitzuigen.

Zoek uitpersen op Woordenlijst.org
Zoek uitpersen op Google
Zoek uitpersen op Wikipedia