het uitje

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈœycə]
Verbuigingen:	uitjes (meerv.)

een kort reisje van niet meer dan een dag of dagdeel

Voorbeelden:	`Een bezoek aan het openluchtmuseum is een leuk uitje voor de hele familie.`, `bedrijfsuitje`
Synoniem:	uitstapje

kuier   loopje   omloop   ommetje   pretje   tochtje   toertje   trip   uitstapje   wandeling   wandeltocht   

• zo Hollands als haring met uitjes (=typisch Hollands)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je met uitje een ander begrip versterken?
Nederlands als haring met uitjes;

• •Verkleinwoord van ui. •een gelegenheid waarbij mensen uitgaan en vertier zoeken. •verkleinwoord enkelvoud van ui.
• 1) Korte plezierreis 2) Pleziertocht 3) Uitstapje 4) Pretje 5) Wandeltocht 6) Pleziertje 7) Plezierreisje 8) Verzetje 9) Trip 10) Plezierreis 11) Dagtrip 12) Sjalot 13) Excursie 14) Kuier 15) Uitgangetje 16) Pleziertochtje 17) Reisje 18) Reis 19) Rocambole 20) Loopje 21) Omloop 22) Ommetje 23) Tocht
• bolgewas
• Een uitje is een uitstapje of een dagje op vakantie. [basiswoordenlijst groep 3]

Toon uitgebreidere definities

• bedrijfsuitje• smalsnuitje• familie-uitje

uitje

Is het 'de uitje' of 'het uitje'?

Het is 'het uitje', want uitje is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat uitje'.

Wat is het meervoud van uitje?

Het meervoud van uitje is 'uitjes'. Eén uitje, twee uitjes.

Wat betekent uitje?

'een kort reisje van niet meer dan een dag of dagdeel'

Hoe spel je uitje?

uitje spel je U I T J E

Wat is een ander woord voor uitje?

Andere woorden voor uitje zijn kuier, loopje, omloop, ommetje, pretje, tochtje, toertje, trip, uitstapje, wandeling en wandeltocht.

Zoek uitje op Woordenlijst.org
Zoek uitje op Google
Zoek uitje op Wikipedia