de tuin

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[tœyn]
Verbuigingen:	tuinen (meerv.)

stuk grond, meestal bij een huis, waar bloemen, planten en bomen groeien

Voorbeelden:	`kruidentuin`, `botanische tuin`
iemand om de tuin leiden	(iemand misleiden)

achtertuin   gaard   hof   lustoord   tuinbouwer   

• wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet (=het is beter om energie te steken in het verbeteren van jezelf, dan in het bekritiseren van anderen)
• iemand om de tuin leiden (=iemand beetnemen of bedriegen)
• elk heeft genoeg in eigen tuin te wieden. (=bekritiseer geen anderen als je zelf niet perfect bent)
• de kap op de tuin werpen (=zijn priester- of kloostergelofte verbreken)
Naar de spreekwoorden

• • [landbouw] een omheind stuk grond waar bloemen gekweekt of groenten geteeld worden.
• stuk grond bij een huis, met bloemen, planten, struiken etc. vb: wij hebben een huis met een tuin iemand om de tuin leiden [hem bedriegen, misleiden] in zijn knollentuin zijn [het erg naar zijn zin hebben] een botanische tuin [plantentuin] ieder moet zijn eigen tuintje wieden [zijn eigen gebreken verbeteren] ...
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] zilveren munt, dubbele groot, van Graaf Willem VI, Jan van Brabant en Gravin Jacoba, voorstellend den Hollandsen leeuw met een wapenschild, zittend in een omheining van takken gevlochten; zie hier boven, Tuin.
• 1) Hof 2) Afgesloten stuk land 3) Omsloten stuk grond 4) Gebied rond een huis 5) Erf 6) Hortus 7) Omheind stuk grond 8) Omheinde ruimte 9) Omperkt terrein 10) Omsloten stuk land 11) Erf met bloemen 12) Kwekerij 13) Gaarde 14) Gaard 15) Lustoord 16) Grondstuk met begroeiing 17) Grond om een huis 18) Begrensde ...
• Door mensen aangelegde gebruiks- en-of sierpercelen in verschillende vormen: er zijn b.v. siertuinen met gazon, moestuinen met groente- en fruitplanten, bloemenperken en hagen. Zie ook tuinlinks.

Toon uitgebreidere definities

• tuinaanleg• tuinaarde• tuinafval• tuinameublement• tuinarchitect• tuinbank• tuinbed• tuinbeurs• tuinblog• tuinblogger• tuinboek• tuinboon• tuinbouw• tuinbouwbedrijf• tuinbouwer• tuinbouwkunde• tuinbouwproduct• tuinbouwschool• tuinbouwsector• tuinbroek
• Toon alle woorden die beginnen met tuin

• achtertuin• dierentuin• fortuin• groentetuin• kruidentuin• moestuin• peutertuin• proeftuin• speeltuin• volkstuin• voortuin• loungestoel tuin• wintertuin• watertuin• vlechttuin• tulpenpluktuin• tovertuin• theetuin• stadstuin• siertuin
• Toon alle woorden die eindigen op tuin

tuin (gaarde)

Is het de doolhof of het doolhof? Zie De / het doolhof

Is het 'de tuin' of 'het tuin'?

Het is 'de tuin', want tuin is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die tuin'.

Wat is het meervoud van tuin?

Het meervoud van tuin is 'tuinen'. Eén tuin, twee tuinen.

Wat betekent tuin?

'stuk grond, meestal bij een huis, waar bloemen, planten en bomen groeien'

Hoe spel je tuin?

tuin spel je T U I N

Wat is een ander woord voor tuin?

Andere woorden voor tuin zijn achtertuin, gaard, hof, lustoord en tuinbouwer.

Zoek tuin op Woordenlijst.org
Zoek tuin op Google
Zoek tuin op Wikipedia