troosten

werkw.

Uitspraak:	[ˈtrostə(n)]
Afbreekpatroon:	troos·ten
Vervoegingen:	troostte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft getroost (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

steunen bij pijn of verdriet

Voorbeelden:

`tips om een huilende baby te troosten`,
`Ik troost me met de gedachte dat de ellende spoedig voorbij zal zijn.`

Zie ook:

Synoniemen

4 definities op Encyclo

•als iemand verdriet of pijn heeft deze geestelijke steun geven.
iets doen of zeggen waardoor iemands verdriet wat minder wordt vb: hij troostte mij door gewoon goed te luisteren
1) Soulageren 2) Bedaren 3) Bemoedigen 4) Laven 5) De pijn verzachten 6) Sterken 7) Steunen 8) Verlichten 9) Ondersteunen 10) Verdriet wegnemen 11) Opvrolijken 12) Consolatie geven 13) Geestelijke steun geven 14) Geruststellen 15) Afleiden 16) Lenigen 17) Schragen 18) Tot berusting brengen 19) Oprichten
geestelijke steun geven bij verdriet of pijn

Deze woorden beginnen met troosten:

Deze woorden eindigen op troosten:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Kun je spreken van een troosteloos landschap (een landschap waar je een troosteloos gevoel van krijgt)? Zie een troosteloos landschap

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van troosten is 'troostte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getroost'.

'steunen bij pijn of verdriet'

troosten spel je T R O O S T E N

Andere woorden voor troosten zijn bemoedigen, laven, ondersteunen, opbeuren, sterken, vertroosten en zijn heil zoeken in.

Op andere websites

Recentelijk gezocht