de troon

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [tron]
Verbuigingen:  tronen (meerv.)

stoel van een koning
op de troon zitten  (regeren)
iemand van zijn of haar troon stoten  (iemands belangrijke positie zelf innemen)


Synoniemen
gestoelte   koningschap   koningstroon   zet   zetel   

Spreekwoorden en zegswijzen
• van de troon stoten (=de macht ontnemen)
Naar de spreekwoorden

7 definities op Encyclo
  • •zetel waar een vorst op zit tijdens formele plechtigheden. (+audio)
  • grote, fraaie stoel van een koning of koningin vb: bij het voorlezen van de troonrede zit koningin Beatrix op een troon de troon bestijgen [koning of koningin worden] iemand van de troon stoten [hem zijn macht ontnemen]
  • 1) Staatsiegestoelte 2) Zetel 3) Zet 4) Stoel 5) Statussymbool 6) Symbool voor status 7) Statiezetel 8) Staatsiezetel 9) Staatsiestoel 10) Erezetel 11) Metrostation van Brussel 12) Zitplaats 13) Hoge zetel 14) Koningschap 15) Koningstroon 16) Koningszetel 17) Koninklijke zitplaats 18) Vorstelijke zetel
  • Een troon is een zetel voor een vorst. Troon wordt ook in figuurlijke zin gebruik (de troon bestijgen, afstand doen van de troon, van de troon stoten). Dat wil niet per se zeggen, dat die zetel daar zelf aan te pas komt. [basiswoordenlijst groep 5]
  • staatsiezetel van vorst
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met troon:
troonafstandtroonbestijgingtroonhemeltroonopvolgertroonopvolgingtroonpretendenttroonredetroonsafstandtroonsbestijgingtroonswisselingtroonzaaltroonzetel

Deze woorden eindigen op troon:
inktpatroonpatroonrollenpatroonziektepatroonwolkenpatroonwaardepatroonvisgraatpatroonverwachtingspatroonstreeppatroonstratenpatroonruitjespatroonruitpatroonrasterpatroonkoningstroonkleurpatroongildepatroongedragspatroongaspatrooneetpatroondenkpatroon

Herkomst volgens etymologiebank.nl
troon (vorstenzetel)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de troon' of 'het troon'?
Het is 'de troon', want troon is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die troon'.
Wat is het meervoud van troon?
Het meervoud van troon is 'tronen'. Eén troon, twee tronen.
Wat betekent troon?
'stoel van een koning'
Hoe spel je troon?
troon spel je T R O O N
Wat is een ander woord voor troon?
Andere woorden voor troon zijn gestoelte, koningschap, koningstroon, zet en zetel.

Op andere websites
Zoek troon op Woordenlijst.org
Zoek troon op Google
Zoek troon op Wikipedia