de trekvogel

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈtrɛkfoxəl]
Afbreekpatroon:	trek·vo·gel
Verbuigingen:	trekvogels (meerv.)

vogel die in het najaar naar warmere streken vliegt en in het voorjaar weer terugkomt

trekker   

• •een vogel die `s winters een andere verblijfplaats kiest dan in de broedtijd. (+audio)
• Let op: Spelling van 1858 een vogel, die jaarlijks af- en aantrekt, zoo als de ooijevaar enz
• 1) Dier dat naar andere oorden vliegt 2) Kemphaan 3) Gans 4) Overvlieger 5) Dier dat naar ander gebied trekt 6) Dier 7) Trekker 8) Vogel 9) Zomervogel 10) Tijdelijk verblijvend dier 11) Vogel die elders overwintert 12) Zwaluw 13) Wilde gans
• Een 'trekvogel' is een vogelsoort waarvan (vrijwel) alle individuen uit het broedgebied wegtrekken om op geruime afstand daarvan te overwinteren. Een trekvogel wordt ook wel 'trekker', 'wegtrekker' of 'migrant' genoemd.
• Een vogel(soort) die niet het gehele jaar in hetzelfde gebied verblijft maar regelmatig tussen (meestal) twee gebieden heen en weer pendelt. Zie ook trek.

Toon uitgebreidere definities

• trekvogelecologie

Is het 'de trekvogel' of 'het trekvogel'?

Het is 'de trekvogel', want trekvogel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die trekvogel'.

Wat is het meervoud van trekvogel?

Het meervoud van trekvogel is 'trekvogels'. Eén trekvogel, twee trekvogels.

Wat betekent trekvogel?

'vogel die in het najaar naar warmere streken vliegt en in het voorjaar weer terugkomt'

Hoe spel je trekvogel?

trekvogel spel je T R E K V O G E L

Wat is een ander woord voor trekvogel?

Een ander woord trekvogel is trekker.

Zoek trekvogel op Woordenlijst.org
Zoek trekvogel op Google
Zoek trekvogel op Wikipedia