travee

zelfst.naamw.

Verbuigingen:	traveeën
Verbuigingen:	traveetje

1) een deel van een gebouw, dat wordt bepaald door twee opvolgende steunpunten in de lengterichting van het gebouw
2) een onderdeel van de verticale vlakverdeling van een gevel.

Bron: WikiWoordenboek.

• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bouwkunde), boogstelling, om aan te duiden, dat gedeelte van een bouwkunstige zamenstelling dat tussen de dragende hoofdpunten of tussen twee gordelbogen begrepen is; ook noemt men travée van een dak het gedeelte dat tussen twee hoofdspanten besloten is.
• 1) Gewelfvlak tussen 2 gordelbogen 2) Gewelfvak tussen twee gordelbogen 3) Ruimte tussen gewelfdelen en zuilen 4) Deel van een bouwwerk 5) Deel van een gebouw 6) Gewelfdeel 7) Ruimte tussen twee balken 8) Gewelfvak in een kerk 9) Gewelfvak 10) Gewelfeenheid
• Als eenheid te beschouwen, verticaal segment van het exterieur of interieur van een gebouw, gemarkeerd door de plaatsing van ramen, steunberen, de opeenvolging van gewelven en dergelijke.
• breedte-eenheid die wordt gebruikt bij het ontwerpen van woningen. Het is de horizontale afstand tussen twee dragende wanden
• Breedte-eenheid die wordt gebruikt bij het ontwerpen van woningen. Het is de horizontale afstand tussen twee dragende wanden.

Toon uitgebreidere definities

travee (gewelfvlak)

Wat betekent travee?

'een deel van een gebouw, dat wordt bepaald door twee opvolgende steunpunten in de lengterichting van het gebouw' en 'een onderdeel van de verticale vlakverdeling van een gevel.'

Hoe spel je travee?

travee spel je T R A V E E

Zoek travee op Woordenlijst.org
Zoek travee op Google
Zoek travee op Wikipedia