transplanteren

werkw.

Uitspraak:	[trɑnsplɑnˈterə(n)]
Afbreekpatroon:	trans·plan·te·ren
Vervoegingen:	transplanteerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft getransplanteerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(weefsel of een orgaan) van het ene lichaam naar het andere overbrengen of naar een andere plaats in je lichaam

Voorbeeld:

`een nier transplanteren`

• 1) Overplanten
• overplaatsen
• overplanten Jaar van herkomst: 1824 (WNT )
• Transplanteren is overplanten. [basiswoordenlijst groep 6]

Toon uitgebreidere definities

transplanteren (overplanten)

Wat is de verleden tijd van transplanteren?

De verleden tijd van transplanteren is 'transplanteerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getransplanteerd'.

Wat betekent transplanteren?

'(weefsel of een orgaan) van het ene lichaam naar het andere overbrengen of naar een andere plaats in je lichaam'

Hoe spel je transplanteren?

transplanteren spel je T R A N S P L A N T E R E N

Zoek transplanteren op Woordenlijst.org
Zoek transplanteren op Google
Zoek transplanteren op Wikipedia