het tijdvak

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['tɛitfɑk]
Afbreekpatroon:  tijd·vak
Verbuigingen:  tijdvakken (meerv.)

periode met bepaalde eigen kenmerken
Voorbeelden:  `In welk tijdvak leefden er dinosaurussen?`,
`geologische tijdvakken`
Synoniem:  tijdperk


Synoniemen
eeuw   epoch   epoche   era   periode   tijd   tijdperk   tijdsgewricht   tijdsverloop   

9 definities op Encyclo
  • een verdere onderverdeling van een Periode.
  • periode waarin je de geschiedenis kunt verdelen vb: die munt is uit het tijdvak van de Romeinse overheersing Synoniem: tijdperk
  • 1) Deel van de historie 2) Era 3) Epoque 4) Epoch 5) Periode 6) Stadium 7) Jaar 8) Trimester 9) Epoche 10) Eeuw 11) Tijd 12) Tijdkring 13) Tijdperk 14) Tijdsgewricht 15) Tijdslot 16) Tijdsverloop
  • begrensde, lange periode in een tijdrekening of jaartelling die men als een eenheid beschouwt op grond van kenmerkende ontwikkelingen, gebeurtenissen of gedachtegoed; historische periode die als een eenheid wordt beschouwd lange, niet aan een stelselmatige indeling gerelateerde periode die wordt gekenmerkt do...
  • een van de onderdelen waarin de geschiedenis wordt verdeeld
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de tijdvak' of 'het tijdvak'?
Het is 'het tijdvak', want tijdvak is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat tijdvak'.
Wat is het meervoud van tijdvak?
Het meervoud van tijdvak is 'tijdvakken'. Eén tijdvak, twee tijdvakken.
Wat betekent tijdvak?
'periode met bepaalde eigen kenmerken'
Hoe spel je tijdvak?
tijdvak spel je T I J D V A K
Wat is een ander woord voor tijdvak?
Andere woorden voor tijdvak zijn eeuw, epoch, epoche, era, periode, tijd, tijdperk, tijdsgewricht en tijdsverloop.

Op andere websites
Zoek tijdvak op Woordenlijst.org
Zoek tijdvak op Google
Zoek tijdvak op Wikipedia