I het thuis

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [tœys]

woning waar je woont en waar je je prettig voelt
Voorbeeld:  `In Utrecht heb ik mijn tweede thuis gevonden.`


II thuis

bijwoord
Uitspraak:  [tœys]

in je eigen woning
Voorbeelden:  `Is er iemand thuis?`,
`niemand thuis treffen`
je ergens thuis voelen  (je ergens op je gemak voelen)
doen alsof je thuis bent  (het jezelf gemakkelijk maken)
nog thuis wonen  (als volwassene nog bij je ouders wonen)
niet thuis geven  (niet reageren)
Hou je handen thuis!  (niet aankomen)
Samen uit, samen thuis.  (waar je samen aan begint, moet je ook samen afmaken)


Synoniemen
heem   huis   residentie   tehuis   verblijf   vertrouwd   woning   woonhuis   

Spreekwoorden en zegswijzen
• zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens (=het is nergens zo goed als thuis)
• zo het handje thuis tost, tost het nergens (=uiteindelijk gaat er niets boven het eigen huis)
• wel thuis kunnen blijven (=het wel kunnen vergeten)
• van alle markten thuis zijn (=veel kunnen en handig zijn of veel weten)
thuis is in je schuur (=dit wordt gezegd als je weinig thuis bent)
Toon alle 14 spreekwoorden die thuis bevatten

4 definities op Encyclo
  • •een plek waar iemand woont en zich veilig voelt. •op de eigen stek. • [seppart]
  • in je woning vb: mijn dochter moet om tien uur thuis zijn ik voel me daar thuis [op mijn gemak] ik trof hem thuis [toen ik kwam, was hij in zijn woning] daar is hij goed in thuis [daar weet hij veel van] doe alsof je thuis bent! [maak het je gemakkelijk] hij gaf niet thuis [hij reageerde niet]
  • 1) In de eigen woonplaats 2) Televisieserie 3) In de eigen woning 4) Op het eigen terrein 5) Tehuis 6) Home 7) Vaste woning 8) Vaste woonplaats 9) Waar je woont 10) Album van Marco Borsato 11) Heem 12) Niet weg 13) Haardstede 14) Vertrouwd 15) Achtergebleven 16) Actualiteitenrubriek 17) Honk 18) In eigen huis...
  • Te gebruiken voor het middelpunt van iemands huishouding, dierbare relaties en interesses, samen met het comfortabele en tevreden gevoel dat hierbij wordt opgewekt. Gebruik `woningen` voor gebouwen of delen van een gebouw die zijn ontworpen om één familie te huisvesten. Categorie: Abstracte Begr...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met thuis:
thuisadresthuisbankierthuisbankierenthuisbasisthuisbezorgenthuisbioscoopthuisblijfmoederthuisblijfvaderthuisblijventhuisblijverthuisbrengenthuisclubthuisduelthuisfluiterthuisfrontthuisgevoelthuishaventhuishonkthuishorenthuishulp
Toon alle woorden die beginnen met thuis

Deze woorden eindigen op thuis:
buurthuiseethuisrusthuisslachthuiszothuiswachthuisvluchthuistuchthuissekthuisschijthuispraathuispothuisopbrengsthuismunthuislusthuiskosthuiskersthuisjachthuisgasthuisboothuis
Toon alle woorden die eindigen op thuis

Herkomst volgens etymologiebank.nl
thuis

Taaladvies
  1. Wordt thuiswonend aaneengeschreven in de thuis wonende/thuiswonende ouderen? Zie Thuis wonende ouderen / thuiswonende ouderen
  2. (een goede / goed -) Wat is juist: we zoeken voor deze hondjes een goed thuis of een goede thuis? Zie Thuis


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de thuis' of 'het thuis'?
Het is 'het thuis', want thuis is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat thuis'.
Wat betekent thuis?
'woning waar je woont en waar je je prettig voelt'
Hoe spel je thuis?
thuis spel je T H U I S
Wat is een ander woord voor thuis?
Andere woorden voor thuis zijn heem, huis, residentie, tehuis, verblijf, vertrouwd, woning en woonhuis.

Op andere websites
Zoek thuis op Woordenlijst.org
Zoek thuis op Google
Zoek thuis op Wikipedia