telewerken
werkw.
| Uitspraak: | ['teləwɛrkə(n)] |
| Afbreekpatroon: | te·le·wer·ken |
| Vervoegingen: | telewerkte (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | heeft getelewerkt (volt.deelw.) |
je werk niet op je werkplek doen maar ergens anders, vooral thuis | Voorbeeld: | `Niet iedere werkgever wil dat de werknemers telewerken.` | |
7 definities op Encyclo
- Met behulp van ICT-ondersteuning, werkzaamheden op een andere locatie uitvoeren dan die van de werkgever (bijvoorbeeld thuis).
- werken op afstand; arbeid verrichten met behulp van moderne informatie- en communicatietechnieken, waarbij de werkzaamheden structureel plaatsvinden op een andere locatie dan waar deze normaal gesproken zouden worden verricht
- [technologie en techniek] Menselijke arbeidsprocessen waarin bij elkaar horende werkplekken gekoppeld zijn door middel van telecommunicatie.
- 1) Maatschappelijk verschijnsel
- Het met behulp van ict-middelen werken vanaf een andere plaats dan de werkplek.
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
telewerkenVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van telewerken?
De verleden tijd van telewerken is 'telewerkte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getelewerkt'.
Wat betekent telewerken?
'je werk niet op je werkplek doen maar ergens anders, vooral thuis'
Hoe spel je telewerken?
telewerken spel je T E L E W E R K E N Op andere websites
Zoek
telewerken op Woordenlijst.org
Zoek
telewerken op Google
Zoek
telewerken op Wikipedia