tanken

werkw.

Uitspraak:	[ˈtɛŋkə(n)]
Afbreekpatroon:	tan·ken
Vervoegingen:	tankte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft getankt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

de tank van een motorvoertuig vullen met brandstof

Zie ook:

Synoniemen

5 definities op Encyclo

(Amsterdams) veel drinken
1) Laden 2) Vullen met benzine 3) Benzine laden 4) Opnemen van brandstof 5) Opnemen 6) Benzine innemen 7) Brandstof innemen 8) Van benzine voorzien 9) Het brandstofreservoir vullen
een reservoir (doorgaans het brandstofreservoir) van een voertuig vullen veel alcohol drinken; zich volgieten
Tanken is de tank van een voertuig vullen met brandstof. [basiswoordenlijst groep 8]
Zie het overzicht Brandstof aan of bij de waterkant per plaats in Nederland.

Deze woorden eindigen op tanken:

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van tanken is 'tankte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getankt'.

'de tank van een motorvoertuig vullen met brandstof'

tanken spel je T A N K E N

Een ander woord tanken is vol maken.

Op andere websites

Recentelijk gezocht