de tamboer

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [tɑm'bur]
Afbreekpatroon:  tam·boer
Verbuigingen:  tamboers (meerv.)

iemand die op een trommel slaat
Voorbeeld:  `een drumband met vijftig tamboers`
Synoniem:  trommelaar


Synoniemen
trommelaar   

15 definities op Encyclo
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Tamboer``] 1o. Tromslager zie Muzijk; 2o. Palissadenwerk zie Palissaden
  • •trommelslager die de maat aangeeft bij het marcheren van soldaten. (+audio)
  • Let op: Spelling van 1858 tambour, Fr., eene trommel; trommelslager; ook eene met schietgaten voorziene soort van ligte verschansingen aan muurwerk. Tamboeren, trommelen; ook ergens op aandringen. Tamboerijn, eene handtrommel met bellen, die slechts met de eene hand wordt geslagen
  • [ architectonische termen] Het begrip tamboer kan vier betekenissen hebben: • De ringvormige of veelhoekige onderbouw van een koepel. De tamboer kan voorzien zijn van vensters. Een tamboer zorgt ervoor dat de koepel van een gebouw omhoog komt en zo veel sterker het beeld van...
  • Let op: Spelling van 1914 Zie DANSEN.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met tamboer:
tamboer-majoortamboerijntamboerkorps

Herkomst volgens etymologiebank.nl
tamboer (trommelaar)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de tamboer' of 'het tamboer'?
Het is 'de tamboer', want tamboer is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die tamboer'.
Wat is het meervoud van tamboer?
Het meervoud van tamboer is 'tamboers'. Eén tamboer, twee tamboers.
Wat betekent tamboer?
'iemand die op een trommel slaat'
Hoe spel je tamboer?
tamboer spel je T A M B O E R
Wat is een ander woord voor tamboer?
Een ander woord tamboer is trommelaar.

Op andere websites
Zoek tamboer op Woordenlijst.org
Zoek tamboer op Google
Zoek tamboer op Wikipedia