switchen

werkw.

Uitspraak:	[swɪt'ʃə(n)]
Afbreekpatroon:	swit·chen
Vervoegingen:	switchte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft, is geswitcht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) van plaats wisselen ^sport

Voorbeeld:

`switchen na de service bij het volleybal`

2) omschakelen naar (iets anders)

Voorbeelden:	`van energieleverancier switchen`, `Computercriminelen lijken van e-mail naar zoekmachines te switchen.`
Synoniem:	overstappen naar

ruilen   verkeersgeleiding   

• 1) Omschakelen 2) Veranderen 3) Verkeersgeleiding 4) Van plaats verwisselen 5) Van kanaal wisselen 6) Ruilen
• Een beleggingsfonds omwisselen naar een ander beleggingsfonds binnen een giraal beleggingssysteem. Switchen betekent letterlijk van plaats wisselen of overgaan op iets anders.
• Engelse term voor overschakelen van een aanbieder naar een andere.
• Switchen betekent in het geval van energie hetzelfde als overstappen. Ben je van plan over te stappen van energieleverancier en wil je graag weten welke gevolgen dat heeft? Lees dan verder.
• Switchen is de mogelijkheid om tijdens de looptijd bijvoorbeeld binnen een hybride hypotheek een andere strategie te gaan kiezen. Zo is er de keus om de premie naar de beleggingsfondsen te laten vloeien waarmee een bepaald risico kan worden gelopen of naar een fonds met een garantie.

Toon uitgebreidere definities

• aanswitchen• bankswitchen• omswitchen

Wat is de verleden tijd van switchen?

De verleden tijd van switchen is 'switchte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft, is geswitcht'.

Wat betekent switchen?

'van plaats wisselen' en 'omschakelen naar (iets anders)'

Hoe spel je switchen?

switchen spel je S W I T C H E N

Wat is een ander woord voor switchen?

Andere woorden voor switchen zijn ruilen en verkeersgeleiding.

Zoek switchen op Woordenlijst.org
Zoek switchen op Google
Zoek switchen op Wikipedia