stuken

werkw.

Uitspraak:	['stykə(n)]
Afbreekpatroon:	stu·ken
Vervoegingen:	stuukte (verl.tijd )
Vervoegingen:	heeft gestuukt (volt.deelw.)

pleisterwerk aanbrengen

Voorbeelden:

`een plafond stuken`, `Correct zijn: stuken, stuccen en stukadoren (stucwerk aanbrengen). Voorkeur: stuken`

• - Voorbeeld: Is 't al afgepikt? - Af en gestukt (Vlaamse Oogst 65)
• 1) Bezetten 2) Pleisteren

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van stuken?

De verleden tijd van stuken is 'stuukte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gestuukt'.

Wat betekent stuken?

'pleisterwerk aanbrengen'

Hoe spel je stuken?

stuken spel je S T U K E N

Zoek stuken op Woordenlijst.org
Zoek stuken op Google
Zoek stuken op Wikipedia