sprokkelen

werkw.
Uitspraak:  [sprɔkələ(n)]
Afbreekpatroon:  sprok·ke·len
Vervoegingen:  sprokkelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gesprokkeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (afgevallen hout) verzamelen
Voorbeelden:  `bijzondere stukjes hout sprokkelen om sieraden te maken`,
`bandhout sprokkelen`

2) in kleine beetjes verzamelen
Voorbeelden:  `studiepunten bij elkaar sprokkelen`,
`parkeergeld sprokkelen`


Synoniemen
sprokkeling   

3 definities op Encyclo
  • 'Sprokkelen' is het verzamelen van afgevallen takken en ander afvalhout in bos en veld. Vooral tijdens het ancien régime was het sprokkelen streng gereglementeerd.
  • 1) Misdrijf 2) Brandhout verzamelen 3) Afgevallen hout verzamelen 4) Bijeenzamelen 5) Takken bijeenzamelen 6) Bijeenzoeken 7) Sprokkeling 8) Hout verzamelen 9) Hout bijeengaren 10) Verzamelen
  • takken bijeenzamelen Jaar van herkomst: 1357 (MNW )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
sprokkelen (hout verzamelen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van sprokkelen?
De verleden tijd van sprokkelen is 'sprokkelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gesprokkeld'.
Wat betekent sprokkelen?
'(afgevallen hout) verzamelen' en 'in kleine beetjes verzamelen'
Hoe spel je sprokkelen?
sprokkelen spel je S P R O K K E L E N
Wat is een ander woord voor sprokkelen?
Een ander woord sprokkelen is sprokkeling.

Op andere websites
Zoek sprokkelen op Woordenlijst.org
Zoek sprokkelen op Google
Zoek sprokkelen op Wikipedia