de spekkoper

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['spɛkopər]
Afbreekpatroon:  spek·ko·per
Verbuigingen:  spekkopers (meerv.)

iemand die goede zaken doet of gedaan heeft
Voorbeelden:  `Wij hebben ons huis heel goedkoop kunnen kopen. Onze makelaar noemde ons spekkopers.`,
`De schatkist lijkt spekkoper te zijn bij het verlenen van staatssteun aan banken en verzekeraars.`


Synoniemen
gelukkige   

4 definities op Encyclo
  • Amsterdams woord voor geluk met de handel hebben
  • (Amsterdams) mazzelaar, goede zaken doen, een doorslag hebben
  • 1) Man in bonis 2) Geluksvogel 3) Iemand die er warmpjes bijzit 4) Bemiddeld persoon 5) Iemand die in varkensvlees handelt 6) Een bemiddeld persoon 7) Welgesteld persoon 8) Gelukkige
  • Spreekwoorden: (1914) Een heele (of behouden) spekkooper zijn d.w.z. geluk in zijn zaken gehad hebben, een heel heer zijn; er weer bovenop zijn; eig. iemand die spek kan koopen? vgl. vetkooper. Sedert de 18<sup>de<-sup> eeuw is de uitdr. bekend. Vgl. Harreb. I, 435: Het is een heele spekkooper; Bo...
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
spekkoper

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de spekkoper' of 'het spekkoper'?
Het is 'de spekkoper', want spekkoper is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die spekkoper'.
Wat is het meervoud van spekkoper?
Het meervoud van spekkoper is 'spekkopers'. Eén spekkoper, twee spekkopers.
Wat betekent spekkoper?
'iemand die goede zaken doet of gedaan heeft'
Hoe spel je spekkoper?
spekkoper spel je S P E K K O P E R
Wat is een ander woord voor spekkoper?
Een ander woord spekkoper is gelukkige.

Op andere websites
Zoek spekkoper op Woordenlijst.org
Zoek spekkoper op Google
Zoek spekkoper op Wikipedia