smeren

werkw.

Uitspraak:	[ˈsmerə(n)]
Afbreekpatroon:	sme·ren
Vervoegingen:	smeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gesmeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (iets vets) uitspreiden over (iets)

Voorbeelden:

`boter op je brood smeren`, `crème op je gezicht smeren`

2) olie of vet doen op (iets) waardoor het goed werkt

Voorbeelden:

`een slot smeren`, `smeerolie`

3)

'm smeren

(snel weggaan) `Na het feest ben ik 'm snel gesmeerd.` Synoniem: vluchten

Zie ook:

smeer

afreizen   beboteren   besmeren   inoliën   invetten   oliën   opstappen   smetten   verdwijnen   vertrekken   verwijderen   weggaan   wegreizen   wegtrekken   

• iemand honing om de mond smeren (=tegen iemand aardige dingen zeggen/vleien om iets gedaan te krijgen)
• de lenden smeren (=afrossen)
• boter op je hoofd smeren en droog brood eten. (=in de war zijn.)
• boter aan de galg smeren (=tevergeefse moeite doen, iets zal niet helpen)
Naar de spreekwoorden

• (Amsterdams) snel weggaan
• (smeren / smetten) Door een of andere oorzaak wordt het vel vuil of smoezelig tijdens het drukken of wanneer het uit de machine komt. Als de randen (spijkerrand of facet) van clichés omhoog staan, worden ze meegedrukt; als de clichés te hoog zijn aangebracht, kan het wit af en toe ook meedrukken (de blanke ...
• • [ov] met een zachte massa bestrijken. • [ov] de wrijving tussen bewegende delen verminderen met een olie of vet. •proberen om te kopen. • [erga] 'm ~" snel weggaan, wegvluchten.
• er olie op doen om het soepeler te laten werken vb: hij heeft de piepende scharnieren gesmeerd iets erover uitspreiden vb: moeder Aafke smeert de boterhammen
• [Bargoens, boeventaal] hard wegloopen. Smeer em met den looppas.

Toon uitgebreidere definities

• besmeren• enthousiasmeren• insmeren• uitsmeren• stroopsmeren• doorsmeren• aansmeren

smeren (met een vettige stof bestrijken)

1. Schrijf je inwrijven met ei of ij? Zie inwrijven / inwreiven
2. Wat is juist: ik smeer hem, ik smeer `em of ik smeer `m? En waar komt deze uitdrukking vandaan? Zie Hem / em / `m smeren
3. Waar komen de woorden smeerpoets en smeerkees (`viezerik, smeerlap`) vandaan? Zie Smeerpoets en smeerkees: waar komen ze vandaan?

Wat is de verleden tijd van smeren?

De verleden tijd van smeren is 'smeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gesmeerd'.

Wat betekent smeren?

'(iets vets) uitspreiden over (iets)' en 'olie of vet doen op (iets) waardoor het goed werkt' en ''

Hoe spel je smeren?

smeren spel je S M E R E N

Wat is een ander woord voor smeren?

Andere woorden voor smeren zijn afreizen, beboteren, besmeren, inoliën, invetten, oliën, opstappen, smetten, verdwijnen, vertrekken, verwijderen, weggaan, wegreizen en wegtrekken.

Zoek smeren op Woordenlijst.org
Zoek smeren op Google
Zoek smeren op Wikipedia