slaan

werkw.
Uitspraak:  [slan]
Vervoegingen:  sloeg (verl.tijd enkelv.) Toon alle vervoegingen

1) heftig bewegen met je hand of armen, of (iets) daarmee in een bepaalde toestand brengen
Vervoegingen:  heeft geslagen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `wild om je heen slaan`,
`met de deur slaan`,
`je armen over elkaar slaan`

2) (iets of iemand) met je hand of ander voorwerp hard raken, of (iets of iemand) daarmee in een bepaalde toestand brengen
Vervoegingen:  heeft geslagen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `iemand in zijn gezicht slaan`,
`je op je knieën slaan van het lachen`,
`vuil van je jas slaan`,
`een bal over het net slaan`,
`bij een vechtpartij iemand tegen de grond slaan`

3) plotseling en snel in genoemde toestand komen
Vervoegingen:  is geslagen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `Het paard is op hol geslagen.`,
`Het leger sloeg op de vlucht.`,
`De auto sloeg over de kop.`

4) door slaan geluid maken
Vervoegingen:  heeft geslagen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `De klok slaat negen uur.`,
`De regen slaat tegen de ruiten.`

5) (van je hart) regelmatig bewegen
Vervoegingen:  heeft geslagen (volt.deelw.)
Voorbeeld:  `Zijn hart begon sneller te slaan toen hij haar de hoek om zag komen.`
Synoniem:  kloppen

6) overtreffen
Vervoegingen:  heeft geslagen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `De bestseller slaat alle verkooprecords.`,
`Wat een prestatie! Dat slaat alles!`

7)
je erdoorheen slaan  ((een moeilijke situatie) tot het eind toe volhouden)

Zie ook:  sla


Synoniemen
aanleggen   betreffen   beuken   bevestigen   bonken   dreun   een klap geven   hameren   hard slaan   hengsten   klapperen   kleunen   klinken   kloppen   meppen   opslaan   overtreffen   rammen   slag   timmeren   trappen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• zijn zeis in een anders koren slaan (=stelen, zich in het werk van iemand anders bemoeien)
• ze slaan een snoek (=roeiers die een slag met hun riem missen)
• twee vliegen in een klap slaan (=twee problemen gelijktijdig oplossen)
• tot moes slaan (=iets helemaal kapot slaan)
• spijkers met koppen slaan (=doortastend optreden)
Toon alle 38 spreekwoorden die slaan bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je met slaan een ander begrip versterken?
slaande ruzie
Hoe kun je slaan krachtiger uitdrukken?
lens slaan; verrot slaan;

11 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: De spinners-en weverstaal` 1914 kammen slaan, kammen maken.
  • Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 wordt gezegd van de schijf, wanneer zij niet in balans is.
  • • [ov] een klap uitdelen; met de arm of een vastgehouden voorwerp een snelle, rakende beweging maken. •het voorbrengen van geluid door ergens op te slaan. • [erga] ergens plotseling mee beginnen. (+audio)
  • klappen geven vb: hij sloeg de hond toen die niet luisterde een bal over het net slaan [naar de andere kant ervan] de maat slaan [de maat aangeven met armbewegingen] ze is daar niet weg te slaan [ze is er altijd bij]
  • [Bargoens, boeventaal] stelen. Geslagen schooren. (Gestolen goederen).
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met slaan:
slaan op

Deze woorden eindigen op slaan:
aanslaanafslaanbeslaandichtslaandoodslaandoorslaangadeslaaninslaannaslaanneerslaanomslaanontslaanopslaanoverslaanstukslaanterugslaantoeslaanverslaanwegslaanvoorslaan

Herkomst volgens etymologiebank.nl
slaan (klappen geven)

Taaladvies
  1. Wat is correct: De klok heeft twaalf uur geslaan of De klok heeft twaalf uur geslagen? Zie Geslaan / geslagen
  2. Waar komt iemand de volle laag geven vandaan? Zie Iemand de volle laag geven


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent slaan?
'heftig bewegen met je hand of armen, of (iets) daarmee in een bepaalde toestand brengen' en '(iets of iemand) met je hand of ander voorwerp hard raken, of (iets of iemand) daarmee in een bepaalde toestand brengen' en 'plotseling en snel in genoemde toestand komen' en 'door slaan geluid maken' en '(van je hart) regelmatig bewegen' en 'overtreffen' en ''
Hoe spel je slaan?
slaan spel je S L A A N
Wat is een ander woord voor slaan?
Andere woorden voor slaan zijn aanleggen, betreffen, beuken, bevestigen, bonken, dreun, een klap geven, hameren, hard slaan, hengsten, klapperen, kleunen, klinken, kloppen, meppen, opslaan, overtreffen, rammen, slag, timmeren en trappen.

Op andere websites
Zoek slaan op Woordenlijst.org
Zoek slaan op Google
Zoek slaan op Wikipedia