de sinecure

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[sinə'kyrə]
Afbreekpatroon:	si·ne·cu·re

geen sinecure

(geen makkelijke taak) `Een bevalling is bepaald geen sinecure.`

Synoniemen

9 definities op Encyclo

Let op: Spelling van 1858 Eng., eene werkelooze kerkelijke bediening; een ambt, waarbij men geene ambtsbezigheid te verrigten en echter een goed inkomen heeft; zoodanige zijn er nog veel in Engeland, alwaar men niet zelden eene soort van handel daarmede drijft
1) Weinig werk 2) Lichte taak 3) Voordelig baantje 4) Makkelijk baantje 5) Kleinigheid 6) Zonder zorg 7) Gemakkelijke taak 8) Gemakkelijk baantje 9) Luizenbaan 10) Sinecuur 11) Simpel baantje 12) Ambtelijke titel 13) Baantje (gemakkelijk) 14) Iets gemakkelijks
Ambt of andere betrekking, waarvoor een goed salaris wordt geboden tegen geen of weinig te verrichten arbeid. Een vooral in de achttiende eeuw veel voorkomende praktijk.
ambt waaraan weinig of geen werk vastzit, maar wel een bezoldiging. (Van Dale) ...
Betaalde baan waarbij geen of zeer weinig inspanningen worden gevraagd.

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Het is 'de sinecure', want sinecure is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die sinecure'.

sinecure spel je S I N E C U R E

Andere woorden voor sinecure zijn luizenbaan en sinecuur.

Op andere websites

Recentelijk gezocht