de simkaart

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[ˈsɪmkart]
Afbreekpatroon:	sim·kaart
Verbuigingen:	simkaarten (meerv.)

plastic kaartje met een chip met unieke gegevens van de gebruiker van een mobiele telefoon

• (Een simkaart is een kleine chipkaart die door de plaatsing in de mobiele telefoon het mogelijk maakt om op het netwerk van je provider te bellen. Aan elke simkaart is ter beveiliging een PINcode en een PUKcode verbonden.)
• 1) Deel van een GSM
• Een 'simkaart' (afgeleid van de Engelse afkorting SIM oftewel 'subscriber iden­ti­ty module') is een chipkaart die in een mobiele telefoon of ander apparaat wordt gestoken en die de unieke gegevens draagt van de betreffende netwerkprovider om verbinding te kunnen maken tussen het mobiele apparaat (telefoon,...

Toon uitgebreidere definities

simkaart

Is het 'de simkaart' of 'het simkaart'?

Het is 'de simkaart', want simkaart is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die simkaart'.

Wat is het meervoud van simkaart?

Het meervoud van simkaart is 'simkaarten'. Eén simkaart, twee simkaarten.

Wat betekent simkaart?

'plastic kaartje met een chip met unieke gegevens van de gebruiker van een mobiele telefoon'

Hoe spel je simkaart?

simkaart spel je S I M K A A R T

Zoek simkaart op Woordenlijst.org
Zoek simkaart op Google
Zoek simkaart op Wikipedia