het semester

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[səˈmɛstər]
Afbreekpatroon:	se·mes·ter
Verbuigingen:	semesters (meerv.)

periode van een aantal maanden (oorspronkelijk zes) in een opleiding

Voorbeeld:

`examen doen in het tweede semester`

halfjaar   

• •(in een opleiding) een half jaar.
• Let op: Spelling van 1858 sémestre, Fr., semestris, Lat., halfjaar. Semestre aestivum, het zomerhalfjaar; semestre hibernum, het winterhalfjaar. Semestraal, halfjarig
• Nederlandsche handelswoorden uit het Frans (1914): semestre, halfjaar.
• 1) Tijdsdeel 2) Tijdvak van zes maanden 3) Onderdeel van de tijd 4) Onderwijsperiode 5) Halfjaar 6) Half jaar 7) Tijdsruimte 8) Tijd 9) Universitair half jaar 10) Zes maanden 11) Deel van het jaar 12) Deel van een studiejaar 13) Deel van een schooljaar 14) Eenheid van tijd 15) Deel van een cursus 16) Duur van...
• Een 'semester', van het Latijn: 'sex', zes en 'mensis', maand, is een half leerjaar.

Toon uitgebreidere definities

• semestervak

• voorjaarssemester• najaarssemester

semester (half jaar)

Is het 'de semester' of 'het semester'?

Het is 'het semester', want semester is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat semester'.

Wat is het meervoud van semester?

Het meervoud van semester is 'semesters'. Eén semester, twee semesters.

Wat betekent semester?

'periode van een aantal maanden (oorspronkelijk zes) in een opleiding'

Hoe spel je semester?

semester spel je S E M E S T E R

Wat is een ander woord voor semester?

Een ander woord semester is halfjaar.

Zoek semester op Woordenlijst.org
Zoek semester op Google
Zoek semester op Wikipedia