schranken

werkw.
Uitspraak:  ['sxrɑnkə(n)]
Afbreekpatroon:  schran·ken
Vervoegingen:  schrankte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geschrankt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zakken en daardoor niet meer recht zijn
Voorbeeld:  `voorkomen dat een raam gaat schranken`


9 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 bij een zaag beurtelings den eenen tand naar deze, den anderen tand naar gene zijde uitbuigen.
  • 'Schranken' is een verschijnsel waarbij door scheefstand of doorhangen in een constructie (on)gewenste effecten optreden. Bij oude houten kastladen kwam het vaak voor dat ze klemden.
  • Def.: de vervorming van een rechthoekige naar een scheefhoekige vorm
  • 1) Uit de haakse stand zakken 2) Verschranken
  • 1> met behulp van de schrankhaak, de wissen rond de staken, naar beneden duwen, op dat de schutting niet naar boven zal komen drijven.[Links: Diverse termen inzake het vistuig .] Genoemd in: Dr. Th. H. van Doorn, Terminologie van Riviervissers in Nederland. 2> het laten verspringen van de stuiknaden van gange...
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
schranken (kruiselings de benen over elkaar slaan)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van schranken?
De verleden tijd van schranken is 'schrankte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geschrankt'.
Wat betekent schranken?
'zakken en daardoor niet meer recht zijn'
Hoe spel je schranken?
schranken spel je S C H R A N K E N

Op andere websites
Zoek schranken op Woordenlijst.org
Zoek schranken op Google
Zoek schranken op Wikipedia