de schans

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[sxɑns]
Verbuigingen:	schansen (meerv.)

stellage met een steile sneeuwhelling voor het skispringen

Voorbeelden:	`springschans`, `skischans`
Synoniem:	springschans

springschans   verschansing   wal   

• oude paarden jaagt men achter de schans (=oudere werknemers worden soms aan de kant gezet)
Naar de spreekwoorden

• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Schans``] Zie Verschansing
• 1 takkenbos 2 omwald en vaak omgracht terrein, vaak in moerassige broekgronden gelegen, aangelegd door militairen (Asselt, Reuver) of door de plaatselijke bevolking.
• 1) Takkenbos 2) Stadswal 3) Veldwerk 4) Verdedigingsplaats 5) Sterkte 6) Versterking 7) Vestingwal 8) Versterkingswerk 9) Skiterm 10) Hellende baan voor skispringen 11) Versterkte stad 12) Verschansing 13) Verhoging bij het skispringen 14) Verdedigingswerk 15) Versterkte vesting 16) Opgeworpen versterking
• Algemene benaming voor een eenvoudig, als regel aarden verdedigingswerk. Basisvormen van schansen
• algemene benaming voor een eenvoudig, als regel aarden verdedigingswerk Basisvormen van schansen

Toon uitgebreidere definities

• schansjager• schansloper• schansspringen• schansspringer

• springschans• sneeuwschans• skischans• bijenschans

schans (versterkingswerk; springschans)

Is het 'de schans' of 'het schans'?

Het is 'de schans', want schans is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die schans'.

Wat is het meervoud van schans?

Het meervoud van schans is 'schansen'. Eén schans, twee schansen.

Wat betekent schans?

'stellage met een steile sneeuwhelling voor het skispringen'

Hoe spel je schans?

schans spel je S C H A N S

Wat is een ander woord voor schans?

Andere woorden voor schans zijn springschans, verschansing en wal.

Zoek schans op Woordenlijst.org
Zoek schans op Google
Zoek schans op Wikipedia