de routine

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[ruˈtinə]
Afbreekpatroon:	rou·ti·ne

1) handigheid die je door ervaring hebt gekregen

Voorbeeld:

`iets doen op routine`

2) iets dat steeds opnieuw gebeurt

Voorbeeld:

`routineonderzoek`

ervaring   praktijk   

• •een reeks handelingen die vaak zonder nadenken worden verricht. (+audio)
• vaardigheid die je hebt opgedaan, waardoor het bijna vanzelf gaat vb: hij heeft veel routine in het pellen van garnalen
• Let op: Spelling van 1858 Fr., ervarenheid, vaardigheid in iets, door langdurige of aanhoudende oefening of behandeling verkregen; sleur, slender. Routineren (zich), zich oefenen, vaardigheid verwerven in iets. Geroutineerd, geoefend, ervaren, doorkneed. Routinier, Fr., een ervarene geöefende, iemand, die, d...
• 1) Bedrevenheid 2) Ervarenheid 3) Gewoonte 4) Geplogenheid 5) Vaardigheid door gewoonte 6) Ervaring 7) Geoefendheid 8) Vaardigheid 9) Ingesleten gewoonte 10) Bekwaamheid 11) Vlugheid 12) Terugkerende bezigheid 13) Bedrevenheid door ervaring 14) Sleur 15) Door gewoonte verkregen vaardigheid
• 1) Doorgewinterd iemand

Toon uitgebreidere definities

• routinecontrole• routinegebaar• routineklus• routinematig• routineonderzoek• routineus• routinevlucht

• veiligheidsroutine• subroutine

routine (geoefendheid, sleur)

Is het 'de routine' of 'het routine'?

Het is 'de routine', want routine is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die routine'.

Wat betekent routine?

'handigheid die je door ervaring hebt gekregen' en 'iets dat steeds opnieuw gebeurt'

Hoe spel je routine?

routine spel je R O U T I N E

Wat is een ander woord voor routine?

Andere woorden voor routine zijn ervaring en praktijk.

Zoek routine op Woordenlijst.org
Zoek routine op Google
Zoek routine op Wikipedia