ronken

werkw.

Uitspraak:	[ˈrɔŋkə(n)]
Afbreekpatroon:	ron·ken
Vervoegingen:	ronkte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geronkt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(van een zware motor in werking) geluid voortbrengen

een toespraak met ronkende volzinnen	(een bombastische toespraak)
liggen te ronken	(slapen (en snurken))

Synoniemen

5 definities op Encyclo

1.snorren, gonzen (van insekten; ook van kachels en werktuigen) Voorbeeld: Verder ronkten tortelduiven Voorbeeld: De wind woei nog, heel zoetjes, de stoof ronkte niet meer, maar spokte en kraakte als 't ijzer koud kreeg Voorbeeld: Nog altijd op dezelfde maatslag waagden de mannen op hun wijde ...
een zwaar, brommend geluid maken vb: de motor stond te ronken voor het huis hard snurken vb: de man lag lekker te ronken op de bank
1) Knorren 2) Ronkelen 3) Zagen 4) In diepe slaap liggen 5) Diep slapen 6) Rullen 7) Hevig snurken 8) Slapen 9) Brommen 10) Snurken 11) Snorren 12) Gonzen 13) Snorken
snorren Jaar van herkomst: 1220-1240 (CG II 1 Aiol )
snurken

Deze woorden beginnen met ronken:

Deze woorden eindigen op ronken:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van ronken is 'ronkte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geronkt'.

'(van een zware motor in werking) geluid voortbrengen'

ronken spel je R O N K E N

Andere woorden voor ronken zijn brommen, knorren, slapen, snorren en zagen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht