rondlopen

werkw.
Uitspraak:  [ˈrɔntlopə(n)]
Afbreekpatroon:  rond·lo·pen
Vervoegingen:  liep rond (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft rondgelopen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

lopen zonder een bepaald doel
Voorbeeld:  `een beetje rondlopen door de stad`


Synoniemen
aflopen   afreizen   bestaan   ijsberen   rondslenteren   rondwandelen   rondwaren   rondzwalken   

4 definities op Encyclo
  • • [erga] een gesloten kromme lopend volmaken. • [inerg
  • er voortdurend aan denken vb: hij liep al weken met dat plan rond ergens lopen vb: ik wil niet dat iedereen daar rondloopt
  • 1) Darren 2) Zwerven 3) Ronddolen 4) Omlopen 5) Slenteren 6) Baanderen 7) Omgang 8) IJsberen 9) Zwalken 10) Wandelen 11) Bestaan 12) Aflopen 13) Afreizen 14) Rondslenteren 15) Rondtuinen 16) Rondwandelen 17) Rondwaren 18) Baanderen (volkstaal) 19) Rondzwalken
  • in allerlei richtingen lopen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met rondlopen:
rondlopen met

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van rondlopen?
De verleden tijd van rondlopen is 'liep rond'. Het voltooid deelwoord is 'heeft rondgelopen'.
Wat betekent rondlopen?
'lopen zonder een bepaald doel'
Hoe spel je rondlopen?
rondlopen spel je R O N D L O P E N
Wat is een ander woord voor rondlopen?
Andere woorden voor rondlopen zijn aflopen, afreizen, bestaan, ijsberen, rondslenteren, rondwandelen, rondwaren en rondzwalken.

Op andere websites
Zoek rondlopen op Woordenlijst.org
Zoek rondlopen op Google
Zoek rondlopen op Wikipedia