de rits

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[rɪts]
Verbuigingen:	ritsen (meerv.)

1) sluiting in een kledingstuk, een tent, een tas

Voorbeeld:	`De rits van mijn slaapzak zit vast.`
Synoniem:	ritssluiting

2) aantal dingen in een volgorde bij elkaar

Voorbeeld:	`Voor een reis naar de tropen krijg je een hele rits inentingen.`
Synoniemen:	reeks, serie, ris,

kras   rij   ritssluiting   serie   sluiting   

• Uit `De lagere vaktalen: Taal van kuipers, klompenmakers en kurkensnijders` 1914 een klein mes, waar men de blommen en zekere figuren op den muil van den kloef mee snijdt. Der zijn veel soorten van ritsen, volgens dat men fijne of grove figuren moet trekken. - De rits waar De Bo van spreekt, en die gebruikt ...
• rist - Voorbeeld: Ik achtte mij overgelukkig een ritsje Duitse geweerkogels te kunnen kopen voor 2 fr. (Ingoyghem II 7)
• langwerpige sluiting van kleine metalen of kunststof deeltjes vb: hij droeg een vest met een rits
• Syn.: richel Def.: evenwijdig aan de kustlijn lopende smalle rug of bank van schelpen en zand.
• 1) Sliert 2) Insnijding 3) Pak 4) Naaiartikel 5) Tandensluiting 6) Reeks 7) Split 8) Resem 9) Gleuf 10) Inkrassing 11) Aaneengeregen voorwerpen 12) Deel van een jas 13) Afsluitmiddel 14) Deel van een kledingstuk 15) Lange rij 16) Roksluiting 17) Treksluiting 18) Serie 19) Broeksluiting 20) Menigte 21) Dakspan...

Toon uitgebreidere definities

• ritselaar• ritselen• ritselend• ritseling• ritsen• ritsig• ritssluiting• ritsvak

• brits• sprits• trits• zandrits• schelprits• poeprits• Hertenrits

1. rits (insnijding, scheur; ook als tw.)
2. rits (krib in rivier)
3. rits (loop)
4. rits (rug van schelpen en zand in Suriname)
5. rits (scherpgepunt werktuig om insnijdingen te maken)
6. rits (treksluiting)
7. rits = rister (plant)
8. rits = ritsig

(een – maatregelen) Is de uitdrukking een trein maatregelen correct? Zie Trein / resem / rist / rits / reeks

Is het 'de rits' of 'het rits'?

Het is 'de rits', want rits is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die rits'.

Wat is het meervoud van rits?

Het meervoud van rits is 'ritsen'. Eén rits, twee ritsen.

Wat betekent rits?

'sluiting in een kledingstuk, een tent, een tas' en 'aantal dingen in een volgorde bij elkaar'

Hoe spel je rits?

rits spel je R I T S

Wat is een ander woord voor rits?

Andere woorden voor rits zijn kras, rij, ritssluiting, serie en sluiting.

Zoek rits op Woordenlijst.org
Zoek rits op Google
Zoek rits op Wikipedia