riskeren

werkw.
Uitspraak:  [rɪsˈkerə(n)]
Afbreekpatroon:  ris·ke·ren
Vervoegingen:  riskeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geriskeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

bewust de kans lopen dat iets onaangenaams gebeurt
Voorbeeld:  `Door valse gegevens op te geven, riskeer je een flinke boete.`


Synoniemen
avonturen   durven   gevaar lopen   wagen   

4 definities op Encyclo
  • het risico nemen vb: iemand kan ons betrappen; dat moeten we maar riskeren
  • 1) Risico nemen 2) Op het spel zetten 3) Wagen 4) Durven 5) Avonturen 6) De kans lopen 7) Dreigen 8) Gokken 9) Gevaar lopen 10) Blootstellen 11) Blootstellen aan gevaar
  • wagen
  • wagen Jaar van herkomst: 1777 (MEY )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
riskeren (wagen)

Taaladvies
  1. Wat is juist: de risico of het risico? Zie De / het risico
  2. Waar komt va-banque spelen vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Va-banque spelen
  3. Waar komt de uitdrukking iets in de waagschaal stellen vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Iets in de waagschaal stellen


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van riskeren?
De verleden tijd van riskeren is 'riskeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geriskeerd'.
Wat betekent riskeren?
'bewust de kans lopen dat iets onaangenaams gebeurt'
Hoe spel je riskeren?
riskeren spel je R I S K E R E N
Wat is een ander woord voor riskeren?
Andere woorden voor riskeren zijn avonturen, durven, gevaar lopen en wagen.

Op andere websites
Zoek riskeren op Woordenlijst.org
Zoek riskeren op Google
Zoek riskeren op Wikipedia