de risicofactor

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['rizikofɑktɔr]
Afbreekpatroon:	ri·si·co·fac·tor
Verbuigingen:	risicofactoren (meerv.)

element of aspect bepaalt hoe groot het gevaar voor schade, verlies of ziekte is

Voorbeelden:

`roken als risicofactor voor longkanker, hart- en vaatziekten enz.`, `genetische risicofactoren`

• • [medisch] omstandigheid die de kans op ziekte vergroot.
• 1) Mogelijke negatieve oorzaak 2) Omstandigheid die de kans op ziekte vergroot
• De kans op het optreden van een stochastisch effect (kanker, erfelijke afwijking) per ontvangen sievert.
• Een 'risicofactor' is een getal dat de toegenomen waarschijnlijkheid op het oplopen van een (infectie-)ziekte weergeeft in verband met een bepaald gegeven. Een risicofactor geeft de verhouding weer tussen het risico van blootgestelde personen te vergelijken met het risico voor niet-blootgestelde personen.
• Een factor (omstandigheid of voorval) die de goede afloop van het project in de weg kan staan.

Toon uitgebreidere definities

• risicofactoren

Is het 'de risicofactor' of 'het risicofactor'?

Het is 'de risicofactor', want risicofactor is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die risicofactor'.

Wat is het meervoud van risicofactor?

Het meervoud van risicofactor is 'risicofactoren'. Eén risicofactor, twee risicofactoren.

Wat betekent risicofactor?

'element of aspect bepaalt hoe groot het gevaar voor schade, verlies of ziekte is'

Hoe spel je risicofactor?

risicofactor spel je R I S I C O F A C T O R

Zoek risicofactor op Woordenlijst.org
Zoek risicofactor op Google
Zoek risicofactor op Wikipedia